Hieronder zie je telkens een zin staan.
Je gaat elke zin ontleden volgens de vast volgorde.
Deze zinsdelen heb ik nog even op een rijtje gezet
Als een zinsdeel niet voorkomt, zet je een kruisje: x.
Als er meer BWB's inzitten, zet er dan telkens een komma tussen.

Succes!

WWG (Werkwoordelijk Gezegde)
NWG (Naamwoordelijk Gezegde
OND (Onderwerp)
LV (Lijdend Voorwerp)
MW (Meerwerkend Voorwerp)
BWB (Bijwoordelijke Bepaling)
BIJST (Bijstelling)

Zin 1: Welke apps hebben deze leerlingen daarnet gedownload op hun mobiele telefoon?

WWG =
NWG =
OND = [?]
LV = [?]
MW =
BWB = [?]
BIJST =

Zin 2: Wie van jullie wilde gisteren een broodje Unox met mosterd tijdens de pauze?

WWG =
NWG =
OND =
LV =
MW =
BWB =
BIJST =

Zin 3: Wanneer is hebben wij, die arme leerlingen van Thamen, eindelijk herfstvakantie?

WWG =
NWG =
OND =
LV =
MW =
BWB =
BIJST =

Zin 4: Voor wie moeten we deze vervelende opdrachten doen?

WWG =
NWG =
OND =
LV =
MW =
BWB =
BIJST =

Zin 5: Wie is vorige week, toen het zo regende, kampioen geworden tijdens de Scholierenveldloop?

WWG =
NWG =
OND =
LV =
MW =
BWB =
BIJST =

Zin 6: Waar hebben jullie deze zomervakantie met die gigantische camper gecampeerd?

WWG =
NWG =
ONS =
LV = [?]
MW =
BWB =
BIJST =