betrekkelijk VOORNAAMWOORD
Een Betrekkelijk voornaamwoord (betr. vnw) verwijst naar (heeft betrekking op) een woord of een woordgroep die vlak voor het betrekkelijk voornaamwoord staat.
Zo’n woord of woordgroep noem je het antecedent. De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die en dat, wie en wat. Soms slaat een betrekkelijk voornaamwoord terug op een hele zin! Voorbeelden: De jongen die ik zag, was een lekker ding! betr. vnw: die antecedent: de jongen Uitslapen is het enige wat ik wil. betr. vnw: wat antecedent: uitslapen De dame aan wie ik dat vertelde, geloofde mij niet. betr. vnw: wie antecedent: de dame (aan) Doe nu eerste een paar oefeningen: Nog lastig?
Kijk dan nog even naar de extra uitleg rechts. Doe daarna nog een paar oefeningen. |
|